Op de middelbare school haalde ik niet aan de lopende band hoge cijfers. Mijn docent Nederlands en ik waren het op z’n zachtst gezegd niet met elkaar eens. Hij had eens meegelachen met een pester uit mijn klas. En daar had ik wat van gezegd. Sindsdien waren we geen vrienden.
In andere vakken deed ik niet erg mijn best als het onderwerp me weinig interesseerde. Maar ik voelde de sparkle wel ineens toen we bij (het toen nieuwe vak) Algemene Natuurwetenschappen een essay mochten schrijven. In de keuzelijst stond psychologie. Eindelijk iets wat ik interessant vond!
Ik had me daar al in verdiept. Met een stapel boeken naast me en vast ook een geconcentreerd gezicht ramde ik die essay er in één vloeiende beweging uit. Na nog wel tien keer (of honderd keer) nalezen en verbeteren leverde ik ‘em in. En toen begon het wachten.
Wanneer een leerling je verrast
Ondertussen hoorde ik via via dat er ophef was: een essay was zó goed, dat de docent twijfelde of het wel door de leerling zelf was geschreven. Het zou òf een 10 worden, òf een 0. Let wel: dit was 20 jaar voor ChatGPT.
Bij binnenkomst in het lokaal stond hij me al op te wachten. “Chantal, loop je even mee?” Mijn hart bonkte. In een apart lokaal wees hij zinnen en alinea’s aan. “Leg me dit eens uit.” En dat deed ik.
Terug in de klas nam ik gelaten plek. “Dames en heren.” Hij vertelde wat we allemaal al gehoord hadden. Iedereen zat op het puntje van zijn stoel. Dat hij had getwijfeld. Nu niet meer. Hij gaf nóóit zomaar een 10, niet voor een essay. Maar hier kon hij niet omheen. “Het was Chantal, zij heeft dit behaald.”
Eén van de jongens vroeg: “Welke Chantal?”
“Nou, die leuke meid daar achterin.”
Volgens mij voelde ik stoom uit mijn oren komen.
Wat je als leerkracht kunt doen
Later vroeg hij me: “waarom sta je maar net een 7 gemiddeld voor Nederlands?” You can’t win them all, zoiets zal ik gezegd hebben. Voor mijn landelijke eindexamen Nederlands scoorde ik een 8,5. (En later schreef ik een boek, over durven.)
Wat ik leerde? Je kunt vliegen als je ergens écht door geraakt wordt. Als het onderwerp klopt, als je intrinsieke motivatie wordt aangesproken, dan verzet je bergen. En als een leerling opbloeit, heb jij als leerkracht de kans om dat te zien – en aan te moedigen.
Soms ligt talent verborgen. Soms moet je even verder kijken dan de cijfers op een rapport. En soms is het ene vak een 7 en het andere een 10, gewoon omdat dát vak een snaar raakt.
Als je als leerkracht ergens het verschil in kunt maken, dan is het dáár. Door te zien waar een leerling echt voor wil gaan. En hen dát vertrouwen te geven – door hun inzet te erkennen, hen uit te dagen op de juiste manier en te laten voelen dat hun talent er mag zijn.