Al toen ik jong was wist ik van het yin yang-principe. Zacht en hard. Licht en donker. Ik beoefende meer dan twintig jaar een karatestijl waarvan de stijlnaam (goju) hard en zacht betekent. En ik liet me meer dan tien jaar geleden opleiden tot rots en water-trainer. Ik heb meerdere weerbaarheidsopleidingen gevolgd, maar ik hou van het principe van rots en water:
Hard als een rots, of meeveren als water.
Dat gaat vaak niet vanzelf: het toepassen van het yin yang-principe
Toch heb ik zoals ieder mens gelukkig in de praktijk mogen ondervinden wat de balans daartussen nu betekent. Van alles op topsportniveau willen doen, tot veel milder zijn voor mezelf en vanuit een fijne flow werken aan iets, wat ook nog bij me past. Rechtuit mijn hart zelfs. Van altijd maar vechten voor rechtvaardigheid. Naar het verbreden van perspectief, leren accepteren wat ik niet zelf kan veranderen en veel beter kunnen observeren. Zonder mezelf weer eens half te verliezen.
Dat ging overigens niet helemaal vanzelf. Ik werd op bepaalde momenten ook gedwongen om anders te kijken. Waardoor ik bewuster werd van de ware betekenis van het yin yang-principe. Wanneer is het een goed moment om meer yang te zijn? En wanneer vooral ook yin? In relatie tot anderen, gezondheid, en in mijn werk. Maar uiteindelijk altijd een symbiose van de twee samen.
Dit beoefenen brengt kalmte
Ik besefte pas later dat dé twee programma’s die we vanuit Doyo Trainingen verzorgen ook yin yang zijn. Bij zelfontwikkeling stap je inwaarts (yin) en bij omgaan met agressie moet je wel naar buiten treden (yang). Het toffe: juist in dat inwaarts durven gaan, zit veel kracht (yang). En het naar buiten treden is kwetsbaar en altijd ook nog zo respectvol mogelijk (yin).
De balans tussen yin en yang betekent verbinden met jezelf, en met anderen. Maar ook weten wanneer je op moet staan om je punt te maken. Of het gewoonweg los mag laten. Oefenen in het vinden van die balans zorgt niet alleen voor meer bewustwording. Ook voor helderheid en kalmte.